Veelgestelde vragen ISO 14001 - de norm
Daarmee zal meestal niet voldaan zijn aan de eisen uit de ISO 14001-norm. Een organisatie moet volgens de ISO 14001-norm de belangrijkste kenmerken monitoren en meten van de werkzaamheden en activiteiten die een belangrijk effect (kunnen) hebben op het milieu. De organisatie moet daarnaast in staat zijn om de realisatie van de milieudoelstellingen te volgen. Het punt is dat de milieuvergunning of het Activiteitenbesluit geen betrekking hebben op alle milieuaspecten van de ‘producten, activiteiten en diensten’ van een organisatie. De organisatie heeft een eigen verantwoordelijkheid om de belangrijke milieuaspecten te selecteren. Dit zullen niet uitsluitend de milieuaspecten zijn die via de milieuvergunning of het Activiteitenbesluit worden geregeld. Er dienen derhalve vaak ook andere milieuaspecten te worden gevolgd.
Daarnaast heeft de organisatie een eigen verantwoordelijkheid om te bepalen wat de beste manier is om de milieuaspecten te meten en monitoren. Volgens de norm dienen deze ook Het kan zijn dat de verplichtingen die in de milieuvergunning of het Activiteitenbesluit zijn opgenomen niet adequaat zijn. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat de meetfrequentie of meetmethode die is opgenomen onvoldoende is om de naleving van de milieudoelstellingen en taakstellingen goed te volgen. De organisatie is ervoor verantwoordelijk om, los van de verplichtingen uit wet- en regelgeving, zelf te bepalen wat de juiste manier en frequentie van monitoren en meten is.
Om te voldoen aan de ISO 14001-norm dienen de milieuaspecten van activiteiten van producten of diensten te worden geïdentificeerd die belangrijke effecten kunnen hebben op het milieu en die de organisatie kan beheersen en waarvan mag worden verwacht dat er invloed op kan worden uitgeoefend vanuit een levenscyclus benadering. Deze eis betekent dat op een brede manier naar de organisatie moet worden gekeken. Er kan niet worden volstaan met het inventariseren van bijvoorbeeld de milieuaspecten in de facilitaire organisatie. De organisatie zal zich moeten afvragen in hoeverre de diensten die worden geleverd ook een milieueffect kunnen hebben. Zo zal een school moeten kijken in hoeverre het opleidingspakket tot een milieu-effect leidt. Milieuaspecten kunnen dus ook een indirect karakter hebben, bijvoorbeeld omdat deze bij een toeleverancier optreden. Een organisatie zal moeten aantonen dat een complete inventarisatie is gemaakt en op een systematische wijze tot een keuze van de belangrijke milieuaspecten is gekomen.
De ISO 14001-norm vraagt niet om een beoordeling van alle onderaannemers en toeleveranciers. De norm vraagt wel om een inventarisatie van de milieuaspecten van de activiteiten, producten èn diensten die zij kan beheersen en waarvan mag worden verwacht dat er invloed op kan worden uitgeoefend op basis van een levenscyclus perspectief(artikel 6.1.2). Ook milieuaspecten van activiteiten die aan derden worden uitbesteed, moeten, waar mogelijk, ook beheerst en verminderd worden (artikel 8.1).
Omdat de significante milieuaspecten in 6.1.2 zijn bepaald vanuit een levenscyclus perspectief, volgen daaruit ook de milieuaspecten die aan de orde zijn bij organisaties waaraan werk is uitbesteed en/of waar grondstoffen, producten of diensten worden ingekocht. Een beheersmaatregel voor deze aspecten (vereist op basis van artikel 8.1) kan zijn: het vastleggen van prestatie-eisen ten aanzien van de milieuaspecten en/of de wijze van borging en rapportage in contractvoorwaarden.
Een organisatie zal derhalve inzicht moeten hebben in hoeverre er bij onderaannemers en toeleveranciers sprake is van milieuaspecten waarop invloed kan worden uitgeoefend. Dit betekent niet dat daarvoor elke onderaannemer en toeleverancier moet worden beoordeeld. Wel zal zichtbaar moeten zijn dat de organisatie heeft beoordeeld of er bij onderaannemers en/of toeleveranciers sprake is van milieuaspecten. Wanneer dit het geval is kan een vervolgstap zijn dat voor bepaalde groepen onderaannemers en/of toeleveranciers meer specifieke beoordelingen worden uitgevoerd en eisen worden gesteld aan de milieuaspecten. In het ISO 14001-certificatieschemavan SCCM wordt een toelichting gegeven op dit onderdeel van de norm.
ISO 14001 vereist dat de eisen worden geïdentificeerd die betrekking hebben op de processen, producten en diensten van de organisatie. Het is daarbij niet voldoende om aan te geven dat bijvoorbeeld de Wet milieubeheer van toepassing is, hierbij moet specifiek aangegeven worden welke uitvoeringsbesluiten. Om dit overzicht actueel te houden, moeten wijzigingen in wet- en regelgeving hierin worden bijgehouden. In de norm is geen frequentie vastgelegd, maar het is redelijk om dit tenminste een keer per jaar te doen.
Je kunt op verschillende manieren op de hoogte blijven van wijzigingen. Bijvoorbeeld door een abonnement op de staatscourant, een nieuwsbrief milieuwetgeving of een regelmatige update via een abonnement op een database met wetgeving. Sommige branche organisaties houden wijzigingen in wetgeving bij voor hun leden, sommige bedrijven laten zich door de BMD of een adviesbureau informeren of door nieuwsbrieven die soms door bevoegde gezagen worden uitgegeven. SCCM houdt voor mijn.sccm leden twee keer per jaar de belangrijkste wijzigingen in wet- en regelgeving bij. Afhankelijk van de organisatie wordt er een of meerdere methoden gekozen.
Het certificaat kan zeker niet automatisch worden meegenomen. Een verhuizing heeft over het algemeen grote gevolgen voor de organisatie. Zo zullen vergunningplichtige bedrijven ook een nieuwe vergunning nodig hebben. De CI zal moeten vaststellen of het milieumanagementsysteem is toegesneden op de omstandigheden op de nieuwe locatie en ook of het systeem op de nieuwe locatie functioneert. Dit wil niet zeggen dat er een nieuw certificaat hoeft te komen. Wanneer er geen adres op het certificaat staat en de activiteiten van de organisatie niet zijn gewijzigd is het niet nodig een nieuw certificaat af te geven.
In de praktijk zal het zo zijn dat de CI bij de planning van de audits rekening zal houden met een voorgenomen verhuizing. Daarnaast komt een verhuizing over het algemeen 'niet uit de lucht vallen' en zal de CI al bij audits tijdens de voorbereiding van de verhuizing beoordelen of de gevolgen van de verhuizing voor o.a. de inventarisatie van de milieuaspecten en wet- en regelgeving door het bedrijf in kaart zijn gebracht. Een bedrijf is namelijk verplicht om ook de gevolgen van een voorgenomen verhuizing voor het milieu binnen het milieumanagementsysteem te beheersen.
Voor het uitvoeren van zowel kwaliteits- als milieumanagementsysteemaudits is de ISO 19011 beschikbaar. Aangezien de ISO 19011 geen norm is, maar een richtlijn, hebben de gebruikers de vrijheid om te bepalen op welke wijze deze richtlijn te gebruiken. De richtlijn biedt praktische informatie voor de voorbereiding, uitvoering en nazorg van interne-audits. Ook wordt er uitvoerig in gegaan op de bekwaamheid van auditors. Indien u gecertificeerd bent voor ISO 14001, ISO 50001, ISO45001/OHSAS 18001 of ISO 9001, dan biedt deze richtlijn de informatie om op een gedegen manier uw interne audits voor te bereiden en uit te voeren. Naast de ISO 19011 geeft ook het informatieblad ‘Het uitvoeren van interne audits’ suggesties voor de uitvoering van interne audits.
Het overzicht van milieuaspecten is een essentieel onderdeel van het milieumanagementsysteem. Als bekend is welke milieuaspecten er verbonden zijn aan de activiteiten, producten en diensten van de organisatie, wordt hiermee duidelijk waar in het milieumanagementsysteem op geconcentreerd moet worden. Mede op basis van de significante milieuaspecten (paragraaf 6.1.2) wordt bepaald welke risico’s en kansen voor de organisatie aan de orde zijn (6.1.1). De significantie bepaling is een bepaling op basis van het milieueffect. De uitkomsten van de contextanalyse (4.1 en 4.2) worden gebruikt bij de bepaling van de criteria op basis waarvan de significantie wordt bepaald. De (significante) milieuaspecten worden gebruikt bij het bepalen of wet- en regelgeving van toepassing is (6.1.3), het bepalen van de doelstellingen (6.2.1), het creëren van bewustzijn (7.3); de noodzakelijke monitoring en metingen (9.1.1) en de directiebeoordeling (9.2). Met andere woorden de milieuaspecten vormen de basis voor het beheersen en verbeteren van de milieuprestatie van de organisatie. Ook milieuaspecten van activiteiten die aan derden worden uitbesteed, moeten, waar mogelijk, ook beheerst en verminderd worden. Voor het uitvoeren van een inventarisatie milieuaspecten en de evaluatie hiervan, heeft SCCM een informatieblad voor productie organisaties en een informatieblad voor dienstverlenende organisaties.
Het begint met het identificeren van de milieuaspecten die bij toeleveranciers of dienstverleners aan de orde zijn. De norm vereist dat de milieuaspecten vanuit een ‘levenscyclus perspectief’ worden geïdentificeerd. Het gaat verder om de milieuaspecten waar de afnemer ook invloed op uit kan oefenen.
De verantwoordelijkheid in de keten hangt dus samen met concrete milieuaspecten en niet met milieumanagement in brede zin. Verwacht mag worden dat er een overzicht is van belangrijke milieuaspecten die samenhangen met door derden geleverde diensten en/of producten. De aanwezigheid van een ISO 14001-certificaat is belangrijk omdat de afnemer dan weet dat de naleving van wet- en regelgeving bij de leverancier is geborgd en er een goed inzicht is in de milieuaspecten en er wordt gewerkt aan verbetering. De vraag is alleen of de leverancier ook prioriteit legt bij de milieuaspecten die voor de afnemer belangrijk zijn. Daarom kan niet kan niet worden volstaan met het eisen van een ISO 14001-certificaat bij een leverancier. Uw organisatie zal ook zelf moeten nadenken over de belangrijke milieuaspecten en moeten borgen dat prestatie-eisen bijvoorbeeld in een bestek of opdracht zijn vastgelegd. Vervolgens vereist de norm (paragraaf 8.1) dat de organisatie de naleving van gemaakte afspraken door de toeleverancier borgt.
U krijgt meer inzicht in de 2015-versie van de norm na het lezen van ons informatieblad over de overgang naar deze norm en het certificatieschema. Beide documenten kunt u hier downloaden.
Het gaat om het krijgen van inzicht in de belangrijke punten of ontwikkelingen die zowel binnen als buiten de organisatie spelen en die relevant (kunnen) zijn voor het behalen van het beoogde resultaat van het milieumanagementsysteem. De punten of ontwikkelingen worden relevant wanneer er op de korte of langere termijn voor het milieu en/of de organisatie relevante risico’s of kansen aan verbonden zijn. Voor voorbeelden zie bijlage 2 van het Informatieblad Overgang naar ISO 14001:2015.
© SCCM Webdesign: insandouts