Energiebesparingsplicht en energie-informatieplicht
De uitvoering van de Europese klimaatdoelstellingen is in Nederland in wetgeving vastgelegd. We gaan in deze tekst uit van de Omgevingswet. De regels zijn met uitzondering van de personenmobiliteit ook vastgelegd in het Activiteitenbesluit. De belangrijkste eisen voor bedrijven en organisaties zijn:
- Energiebesparing voor milieubelastende activiteiten
- Energiebesparing bij het gebruik van bouwwerken
- Beperken CO2 door werk gebonden personenmobiliteit
- Energie-audit voor grote ondernemingen (EED), de EED is geen onderdeel Omgevingswet
Energiebesparing voor milieubelastende activiteiten
Voor milieubelastende activiteiten (uit het Bal) met een energieverbruik van meer dan 50.000 kWh elektriciteit of meer dan 25.000 m3 aardgas(equivalent) per kalenderjaar is een verplichting opgenomen om maatregelen voor het verduurzamen van het energieverbruik te nemen met een terugverdientijd 5 jaar of minder. Deze verplichting geldt dus voor de activiteit en niet voor het gebouw. Het gaat hier ook om maatregelen die geen energie besparen, maar wel de CO2-uitstoot verminderen. Denk hierbij aan het opwekken van hernieuwbare energie en het overstappen naar een energiedrager met een lagere CO2-uitstoot.
Het uitvoeren van maatregelen om het energieverbruik te verduurzamen kan worden ingevuld door:
- Alle energiebesparende maatregelen te nemen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder.
- De van toepassing zijnde maatregelen uit de erkende maatregellijsten energiebesparing (EML) uit te voeren.
Voor het berekenen van de terugverdientijd heeft de overheid een terugverdientijdmethodiek opgesteld.
Informatieplicht energiebesparing
Een bedrijf dat moet voldoen aan de energiebesparingsplicht, moet iedere 4 jaar informatie verstrekken over de verduurzaming van haar energieverbruik aan het bevoegd gezag. Het bedrijf of de instelling moet de gegevens inleveren via een digitaal formulier beschikbaar bij RVO. De eerstvolgende rapportage moet uiterlijk 1 december 2023 zijn ingediend.
Onderzoeksplicht energiebesparing
Milieubelastende activiteiten uit het Bal met een jaarlijks energiegebruik vanaf 10 miljoen KWh elektriciteit of 170.000 m3 aardgas (equivalent) hebben een onderzoeksplicht verduurzamen energieverbruik waarover 1x per 4 jaar gerapporteerd moet worden. De onderzoeksplicht is alleen voor de activiteit gebonden maatregelen, bijvoorbeeld efficiënte elektrische aandrijvingen en geldt dus niet voor de gebouw gebonden maatregelen. Ook hier moet gekeken worden naar maatregelen die geen energie besparen, maar wel de CO2-uitstoot verminderen. Het onderzoeksrapport moet aan specifieke eisen voldoen, een format is te downloaden op de site van RVO. Het eerste onderzoeksrapport moet uiterlijk op 1 december 2023 zijn ingediend.
Energiebesparingsplicht bouwwerken
De energiebesparingsplicht uit het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) gaat over de gebouwen op een locatie, de zogenoemde gebruiksfuncties. Bijvoorbeeld een winkel- of kantoorfunctie. Het Bbl is dus van toepassing voor de gebouweigenaar. Dit betekent voor een gehuurde locatie dat de gebruiker verantwoordelijk is voor energiebesparing van de activiteiten en de verhuurder of eigenaar van het gebouw. Ook voor deze besparingsplicht geldt een terugverdientijd van 5 jaar of minder. Invulling kan door gebruik te maken van de Erkende maatregellijsten energiebesparing. De informatieplicht voor gebouwen geldt altijd, de volgende rapportage van de EML moet uiterlijk op 1 december 2023 zijn ingediend.
Erkende maatregellijsten energiebesparing (EML)
De erkende maatregelen zijn weergegeven per bedrijfstak en vallen uiteen in 3 categorieën:
- Gebouwen (wel gerelateerd aan de milieubelastende activiteit, niet algemeen gebouwgebonden maatregelen)
- Faciliteiten
- Processen
Beperken CO2-uitstoot door werk gebonden personenmobiliteit
Op dit moment zorgen zakelijk verkeer en woon-werkverkeer samen naar schatting voor meer dan 50% van de gereden kilometers in Nederland. Om de CO2 te reduceren wordt de rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit ingevoerd voor organisaties met >100 werknemers. Er moet elk jaar gerapporteerd worden over het zakelijke verkeer en het woon-werkverkeer van de medewerkers. Dat gaat bijvoorbeeld om het aantal gereisde autokilometers, uitgesplitst naar soort brandstof. Deze rapportageverplichting gaat in per 1 januari 2024. De eerste rapportage die moet worden ingediend gaat over het jaar 2024 en moet op 30 juni 2025 zijn ingediend.
Energie Efficiency Directive (EED)
Grote ondernemingen moeten elke 4 jaar een energie-audit uitvoeren. Grote ondernemingen zijn ondernemingen:
- waar meer dan 250 personen werkzaam zijn;
- en de jaaromzet groter of gelijk is aan € 50 miljoen en/of het jaarlijkse balanstotaal groter of gelijk is aan € 43 miljoen.
Het gaat hierbij dus om complete ondernemingen, dus geen locaties of vestigingen (zoals de eisen uit de Omgevingswet). De vestigingen van een onderneming moeten bij elkaar worden opgeteld en vormen samen de onderneming. Voor internationale bedrijven hoeven alleen de Nederlandse vestigingen en in Nederland geregistreerde medewerkers te worden meegenomen.
Ketens met meerdere kleine vestigingen vallen ook onder de werkingssfeer van de richtlijn, bijvoorbeeld supermarkten en detailhandelsbedrijven. Overheidsinstellingen en gebouwen vallen niet onder de verplichte energie-audit zolang zij niet ondernemen en zich niet als een marktpartij gedragen. Zo kunnen (semi-)overheden zoals bijvoorbeeld de gezondheidszorg en afvalverwerking een grote onderneming zijn en onder de verplichting vallen. Het volgende verslag van de energie-audit kan vanaf 1 juli 2023 worden ingediend en moet 4 jaar na het indienen van het laatste EED-verslag worden ingediend via de site van RVO.
© SCCM Webdesign: insandouts