ISO 14001:2015 in detail
Onderstaand een korte toelichting op de onderdelen van het milieumanagementsysteem van de ISO 14001-norm die in 2015 is gepubliceerd. De eisen in ISO 14001:2015 zijn gerubriceerd in onderstaande zeven onderdelen.
Links
Certificatieschema ISO 14001:2015
Informatieblad Toelichting invoering ISO 14001 en relatie met ISO 9001
Verslagen Auditordagen
Context van de organisatie
In dit onderdeel van het milieumanagementsysteem geeft de organisatie aan welke relatie er is met de omgeving. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen:
- inzicht in de organisatie en haar context
- inzicht in de behoeften en verwachtingen van belanghebbenden
- het vaststellen van het toepassingsgebied van het milieumanagementsysteem
Bij de context gaat om het krijgen van inzicht in de belangrijke punten of ontwikkelingen die zowel binnen als buiten de organisatie spelen en die relevant (kunnen) zijn voor het behalen van het beoogde resultaat van het MMS. De punten of ontwikkelingen worden relevant wanneer er op de korte of langere termijn voor het milieu en/of de organisatie relevante risico’s of kansen aan verbonden zijn.
Bij de belanghebbenden gaat het om belanghebbenden binnen of buiten de organisatie. Welke behoeften en verwachtingen hebben zij en op welke manier wordt hiermee binnen het MMS rekening gehouden?
Bij het toepassingsgebied is het van belang ook andere relevante ‘grenzen’ aan te geven om duidelijk te maken wat wel of juist niet onder het certificaat valt. Denk daarbij aan fysieke grenzen, juridische grenzen, Kamer van Koophandelgegevens. Aandachtspunt is dat de beschrijving van het toepassingsgebied moet aansluiten op de benadering van milieuaspecten vanuit het levenscyclus perspectief om aan te geven wat nog wel en wat niet tot het systeem behoort.
Uitbestede processen worden tot de te beheersen processen gerekend. De organisatie zal in het toepassingsgebied moeten vaststellen hoe ver haar invloed reikt.
Leiderschap
De directie is verantwoordelijk voor de afstemming van het milieubeleid en de strategie van de organisatie. Dit betekent enerzijds dat uitgangspunten uit de strategie van de organisatie die relevant zijn voor het milieubeleid ook in het milieubeleid terug te vinden zijn en andersom dat belangrijke risico’s en kansen uit het milieubeleid ook terug te vinden zijn in de strategie van de organisatie.
Ook is de betrokkenheid van de directie expliciet in de norm uitgewerkt in een negental onderdelen waar de directie op kan worden aangesproken. Dit betekent dat de directie leiderschap moet tonen ten aanzien van diverse onderdelen van het MMS en verantwoordelijkheid moet nemen voor de effectiviteit van het MMS.
Onder het kopje leiderschap valt ook de eis dat verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor relevante rollen worden toegekend en binnen de organisatie worden gecommuniceerd.
Planning
Bij het plannen van het milieumanagementsysteem gaat het erom dat de risico’s en kansen worden bepaald die moeten worden opgepakt om continue verbetering en het beoogde resultaat van het milieumanagementsysteem te realiseren. De risico’s en kansen worden bepaald op basis van de uitkomsten van de contextanalyse, de behoeften en verwachtingen van de belanghebbenden,de significante milieuaspecten en de complianceverplichtingen.
De significante milieuaspecten worden bepaald op basis van de milieueffecten van de activiteiten, producten en diensten.. Het identificeren van milieuaspecten wordt gedaan vanuit het levenscyclusperspectief. Dat betekent dat de organisatie bekend moet zijn met de belangrijke milieuaspecten zowel bij toeleveranciers als in de fase van gebruik/afdanking van de producten en diensten. Vervolgens moet worden bepaald of ook invloed op de milieuaspecten kan worden uitgeoefend.
Op basis van de significante milieuaspecten, complianceverplichtingen en risico’s en kansen worden doelstellingen geformuleerd. Aan de doelstellingen worden indicatoren bepaald waarmee de voortgang kan worden beoordeeld. De acties om doelstellingen te realiseren worden bij voorkeur geïntegreerd in andere bedrijfsprocessen.
Ondersteuning
In het hoofdstuk ondersteuning wordt aandacht besteed aan een aantal voorwaarden nodig voor het uitvoeren en beheersen van het milieumanagementsysteem. Denk hierbij aan:
- Middelen nodig voor het implementeren, onderhouden en verbeteren van het milieumanagementsysteem.
- Competenties, welke competenties en trainingen zijn nodig. Samen met opleiding en ervaring kunnen de trainingen zorgen voor de benodigde competenties.
- Personen die voor of onder gezag van de organisatie werken moeten zich bewust zijn van het milieubeleid van de organisatie, de belangrijke milieuaspecten, hun bijdrage aan het realiseren van doelstellingen en de gevolgen van het niet voldoen aan de eisen van het milieumanagementsysteem.
- Interne en externe communicatie, voor zover relevant voor het milieumanagementsysteem. De relevantie van communicatie hangt onder meer samen met de belangrijke milieuaspecten, complianceverplichtingen en de behoeften van belanghebbende partijen. De gecommuniceerde informatie moet betrouwbaar zijn en voortkomen uit het milieumanagementsysteem.
- Beheer van gedocumenteerde informatie.
Uitvoering
In het hoofdstuk uitvoering gaat het om de operationele planning en beheersing en het voorbereid zijn en reageren op noodsituaties. De organisatie moet bepalen welke uitvoeringscriteria nodig zijn om processen beheerst uit te voeren. Hierbij gaat het niet alleen om de eigen processen, maar ook om uitbestede processen.
In de norm wordt gesproken over het levenscyclusperspectief waarbij aandacht moet zijn voor milieuaspecten in het ontwerp- en ontwikkelingsproces waarbij naar alle fasen van het product of dienst wordt gekeken, inclusief:
- inkopen van producten en diensten;
- milieueisen aan externe leveranciers;
- informatie aan gebruikers en in verschillende stadia van het product of dienst zoals transport of levering, gebruik en afvalfase.
Evaluatie van de prestaties
De organisatie moet haar milieuprestaties monitoren, meten, analyseren en verbeteren om inzicht te krijgen in de werking van het MMS. Bepaald moet worden wat moet worden gemonitord en gemeten en met welke methoden zodat de gegevens te reproduceren en traceren zijn. Om betrouwbare informatie te communiceren, moet het resultaat van de monitoring betrouwbare informatie opleveren.
Andere activiteiten in het kader van de evaluatie van de prestaties zijn:
- Het beoordelen van de compliance van eisen die aan de organisatie worden gesteld (bijvoorbeeld volgend uit de stakeholderanalyse) of die de organisatie zichzelf oplegt. Een organisatie moet steeds inzicht hebben in de compliance status.
- Het uitvoeren van interne audit waarmee de organisatie zelf beoordeeld of de afspraken uit het milieumanagementsysteem worden nageleefd.
- Het uitvoeren van de directiebeoordeling waarbij de directie het milieumanagementsysteem beoordeeld op onder andere geschiktheid en doeltreffendheid.
Verbetering
Het laatste hoofdstuk betreft verbetering. In dit hoofdstuk wordt aangegeven wat van de organisatie verwacht mag worden ten aanzien van continue verbetering en corrigerende maatregelen indien afwijkingen ten opzichte van de uitvoering van het milieumanagementsysteem of de norm worden geconstateerd.
© SCCM Webdesign: insandouts